WAT VERTELLEN HANDEN - KLEINE HUISJES, een dorp in het Marnegebied in het noordwesten van Groningen.

gem. Het Hogeland
Ga naar de inhoud
Handleeskunde  wordt al duizenden jaren beoefend. De oude Indiase en Chinese technieken  die nu nog altijd in gebruik zijn, waren al zo'n 3000 jaren voor  Christus tot een ver ontwikkeld stadium gebracht. In de late  middeleeuwen was het de meest populaire methode van waarzeggen. Volgens  sommige mensen bevatte het Oude Testament een schriftelijk waarborg van  de handleeskunde, want daarin staat te lezen dat God 'de hand van ieder  mens verzegelt'; opdat alle mensen Zijn werk zullen kennen'. Moderne  handleeskundigen maken niet zulke aanspraken, maar zij zijn in staat om  een nauwkeurige karakterschets te geven evenals aanwijzingen voor  waarschijnlijke gebeurtenissen in de toekomst.

De Handtypologie
Handlezers of handleeskundigen achten de vorm van de hand even belangrijk als de lijnen in de hand.
Volgens  de methode die vroeger door de meeste handleeskundigen werd gevolgd,  werden handen in zeven grondtypen ingedeeld, de 19de-eeuwse  handleeskundige Casimir d'Arpetigny was de grondlegger ervan.
  • De basishand: plomp; korte, bijna misvormde vingers; zeer grote handpalm
  • De vierkante hand: even lang als breed
  • De spatelvormige hand: een zekere misvorming; stompe vingers
  • De filosofische hand: knoestig; knobbelige gewrichten
  • De conische hand: enigszins kegelvormig; kleine duim of grote hand of brede hand
  • De psychische hand: lang; slank; meestal met een kromme pink
  • De gemengde hand: bevat twee of meer elementen van 2 t/m 6

De  vier vingers van de hand en de vier 'kussentjes' worden toegeschreven  aan vier Romeinse goden die op hun beurt op de Planeten woonden: de pink  aan Mercurius, de ringvinger aan de Apolo, de middelvinger aan Saturnus  en de wijsvinger aan Jupiter. De pink en het bijbehorende kussentje (de  vinger en de Mercuriusberg) houden verband met de vaardigheid van de  persoon om te kunnen overleggen met anderen. Bij een stevige pink en een  uitgesproken Mercuriusberg is die vaardigheid het sterk aanwezig; bij  een slappe pink geldt het omgekeerde.

Een goed ontwikkelde  Mercuriusberg betekent een versterking van alle andere kenmerken. Met  andere woorden: verzwaart de positieven en negatieve waarden van alle  kenmerken. De ringvinger (de vinger en de Apolloberg) hebben betrekking  op het gevoelsleven van de persoon. Een stevige, lange goed ontwikkelde  ringvinger duidt op emotionele stabiliteit en kracht, een zwakke  ringvinger geeft het tegenovergestelde aan. Een uitgesproken Apolloberg  duidt op een grote belangstelling voor muziek, kunst en poëzie, enz. Is  de Apolloberg vlak, dan spelen esthetische gevoelens geen rol bij de  betreffende persoon. Een zeer opvallende Apolloberg wordt ook wel gezien  als een aanduiding voor de neiging de beest uit te hangen.

Een  goed ontwikkelde middelvinger en Saturnusberg worden gezien als  karakteristiek voor een voorzichtige en praktische persoonlijkheid met  sterk gevoel voor orde en het vermogen om hard en zorgvuldig te werken.  Bij een zwakke middelvinger geldt het omgekeerde. Een overdreven  krachtige vinger en een ontwikkelde Saturnusberg worden beschouwd als  aanwijzing voor een temperament dat gedreven is van praktische zaken en  geneigd is tot somberheid en depressiviteit. Een sterk ontwikkelde  wijsvinger en Jupiterberg betekenen een drang naar succes en rijkdom.  Een zwakke wijsvinger wijst op gebrek aan ambitie.

Is de  Jupiterberg bijzonder sterk ontwikkeld dan wijst dat op een overdreven  ambitie en onverzettelijkheid. Het grote, vlezige kussen onder de duim  staat bekend als de Venusberg. Is dat kussen goed ontwikkeld, dan wijst  dat op een warme, sympathieke en tedere natuur die veel waarde hecht aan  de seksuele en emotionele aspecten van het leven. Het heeft ook te  maken met voorliefde voor fysieke genoegens. Bij een overontwikkelde  vorm wijst de Venusberg op hang naar luxe en een obsessie voor de  fysieke aspecten van de seksualiteit. Bij een onderontwikkelde vorm  hebben we te doen met een koel type met een ascetisch temperament.

Er  bevinden zich nog een paar kussentjes in de palm van de hand. De  Maanberg is het vlezige kussen dat men aantreft bij de pols onder de  pink, dus recht tegenover de Venusberg. Een goed ontwikkelde Maanberg  wijst op verbeeldingskracht, een romantische instelling en een hang naar  fantasie. Is de vorm overontwikkeld dan duidt dat erop dat de persoon  leeft in de ban van zijn verbeelding. Een onderontwikkelde vorm duidt op  een saai en uiterst praktisch ingesteld persoon. De Marsberg bestaat in  feite uit twee kussens.

De eerste, de Positieve Marsberg, ligt  direct boven de Venusberg, d.w.z. het is het kleine vlezige kussen  onmiddellijk boven de vork tussen duim en hand. De tweede, de Negatieve  Marsberg, ligt er tegenover, aan de andere kant van de hand, boven de  Maanberg. Als deze Martiale Bergen sterk zijn ontwikkeld, duidt dat op  een dapper, moedig maar ook op een assertief of agressief temperament.  Zijn ze onderontwikkeld dan hebben we te maken met een vredelievend,  timide en teruggetrokken persoon.

De Lijnen van de Hand
De lijnen worden in drie groepen verdeeld.
A: De drie primaire lijnen
B: De vier secondaire lijnen
C: De nevenlijnen

De Primaire lijnen.
De drie primaire lijnen treft men op iedere hand op één uitzondering na):
  • De Hoofdlijn, die ongeveer als een diagonaal, maar meestal met een licht kromming het midden van de palm doorkruist.
  • De Hartlijn, die ongeveer parallel loopt aan de Hoofdlijn, maar dichter bij de vingers.
  • De Levenslijn, die loopt langs de rand van de Venusberg en de Positieve Marsberg.
Af en toe zult u iemand aantreffen waarbij de Hoofdlijn en de Hartlijn samen zijn gemengd.

De 4 secondaire lijnen.
  • De  vier secondaire lijnen zijn gewoonlijk aanwezig, maar niet altijd, in  de handpalmen. Het ontbreken van een van de lijnen kan een positieve  bijbetekenis hebben.
  • De Saturnuslijn of Lotslijn, loopt altijd richting Saturnusvinger.
  • De Mercurius- of Gezondheidslijn, loopt richting Mercuriusberg.
  • De Apollolijn, loopt richting Apollovinger.
  • De  Venusgordel of 2e Hartlijn is een gebogen lijn, dichter bij de vingers  dan de Hartlijn en loopt meestal van tussen de wijsvinger en de pink.

De Nevenlijnen.
De nevenlijnen hebben invloed op de primaire en secondaire lijnen.
Er bestaan diverse nevenlijnen.
  • De Marslijn, een lijn op dat deel van de Marsberg dat onmiddellijk boven de Venusberg ligt.
  • De  Intuïtielijn, een gebogen lijn op de Maanberg in de richting van de  Mercuriusberg, dus van het kussen bij de pols aan de kant van de pink,  naar het kussentje onder aan de pink.
  • De Relatielijn, loopt meestal horizontaal op de Mercuriusberg het kussentje onder de pink.
  • De  Hepaticalijn of Kleine Gezondheidslijn, treft men weinig aan in de  handpalmen. Hij loopt parallel aan de buitenkant van de Mercurius- of  Gezondheidslijn.
  • De Armbanden, zijn eigenlijk geen lijnen. Men treft ze aan rond de pols aan de basis van de hand.
  • De  Saturnusring, een halve cirkel die de Saturnusberg markeert, komt zo  zelden voor dat hij nauwelijks tot de Nevenlijnen wordt gerekend.

Terug naar de inhoud